Een hele mond vol, en dat terwijl de Duitsers deze simpel ogende
spits
in één woord benoemen: 'Faltdach'. Met vertalen kunnen we ons dit keer
niet redden, een 'vouwdak'
doet meer aan een open auto denken dan aan een
kerktoren.
De omschrijving vertelt eigenlijk al het hele verhaal. De spits is
achtkantig,
staat
gedraaid
op een vierkante toren, waarvan iedere gevel een
topgevel
is.
Het simpelere familielid, ook vooral in Duitsland te vinden, is de
rhombische spits.
De spits daarvan is
vierkant.
Onze 'g.g.a.t.o.t.o.v.g.' (zie trefwoord) is meestal heel hoog. De tegengestelde variant is de
kruisdaktoren.
Deze heeft ook vier topgevels, maar de twee
elkaar snijdende zadeldaken daartussen komen niet boven de geveltoppen uit.
Tekst: Jean Penders, 04-2006. Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders